Lovibond 10:1 verhouding

(AOCS Cc 13e, AOCS Cc 13j, ISO 15305, ISO 27608, MS 252: deel 16, IP17 methode A)

Bereik: 0-70 rood, 0-70 geel, 0-40 blauw, 0-3,9 neutraal

Laagdiepte: 1-153 mm (1/16" - 6") [upgrade incl. 5¼"]

In de jaren 1890 ontwikkelde Joseph Lovibond, de oprichter van The Tintometer Ltd., de originele Lovibond^®-schaal, gebaseerd op een serie rode, gele, blauwe en neutrale glazen.

Na meer dan een eeuw produceert The Tintometer Ltd nog steeds de glasfilters voor visuele kleurmeting in Lovibond^®-eenheden.

De Lovibond^® PFX en PFXi 880, 950 en 995 instrumenten bevatten deze onvergelijkbare kennis en ervaring.

De schaal die door andere dan de Lovibond^®-schaal aangeduid is, garandeert geen geverifieerde Lovibond^®-kleurmetingen en komt mogelijk niet overeen met de visuele apparatuur voor de Lovibond^®-kleurcode.

Daarentegen kan The Tintometer Ltd testrapporten leveren over de relatie tussen de Lovibond^®-waarden verkregen via de geautomatiseerde apparatuur en de Lovibond^®visuele apparatuur.

Bovendien hebben alleen onze instrumenten lange meetkamers waarin cuvetten met een laagdiepte tot 6 inch passen, zodat het instrument directe Lovibond^® kleurmetingen kan bepalen, zonder vermenigvuldigingsfouten, met 5-¼-inch-cuvetten.

De Lovibond^®-schaal is gebaseerd op 84 gekalibreerde kleurstandaarden van glas met verschillende optische dichtheden van de kleuren magenta (rood), geel, blauw en neutraal, gesorteerd van niet verzadigd tot volledig verzadigd.

De drie primaire kleuren en de neutrale filters worden gecombineerd tot ze overeenkomen met de kleur van het monster. Het resultaat is een set Lovibond^® RYBN-glazen (RYBN-eenheden) die de kleur bepalen.

Omdat er miljoenen combinaties mogelijk zijn, kan de kleur van zo goed als ieder monster bepaald worden. Dit is voornamelijk van toepassing bij de kleurmeting van oliën en vetten, chemicaliën, farmaceutische producten en siropen.

Neutrale filters

Als een werknemer de procedure of conventie om welke reden dan ook wijzigt, is het belangrijk dat hij of zij dit aangeeft bij het vastleggen van de resultaten, anders kan dit tot verwarring leiden.

Waarnemers kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van neutrale filters om een briljant monster mat te maken, maar vergeten dit aan te geven.

In andere gevallen proberen ze de meest geschikte kleur te vinden zonder neutrale waarden aan te geven, hoewel deze wel nodig waren, of ze gebruiken verschillende kleuren alleen in combinatie in een vaste verhouding volgens een arbitraire conventie.

Kleurennomenclatuur

Om taalproblemen te voorkomen, biedt de Lovibond^®-schaal zijn eigen eenvoudige kleurentaal aan, waardoor het uiterlijk van elke kleur volledig beschreven kan worden in een zo klein mogelijk aantal woorden en cijfers.

Om de laboratoriumrecords te vereenvoudigen of voor de overdracht van metingen tussen laboratoria, leggen veel industrieën hun resultaten vast op basis van drie kleuren en geven ze de instrumentwaarden op voor rood, geel en blauw.

Sommige industrieën vinden het handiger om deze termen te vereenvoudigen en de zes gebieden van het lichtspectrum te gebruiken.

Rood-

Oranje - combinatie van rood en geel.

Geel-

Groen - combinatie van geel en blauw.

Blauw-

Paars - combinatie van rood en blauw.

Deze zes termen worden gebruikt in combinatie met 'briljant' en 'mat'.

Een monster wordt als briljant beschreven als de volgende mogelijke bijpassende kleur in vergelijking mat lijkt.

Wanneer dit gebeurt, worden neutrale waarden ingevoerd en wordt dit genoteerd als monsterbriljantie.

Een monster wordt als mat beschreven als rood, geel en blauw nodig zijn voor de afstelling.

De waarde van de zwakste kleur wordt uitgedrukt als matheid.